Puur Bosch, dat is de taal zoals we die horen in Den Bosch en zoals die klinkt in namen en woorden.Namen's-Hertogenbosch, Den Bosch, Bois-le-Duc, Duketown, Moerasdraak, Cleyn Rome, Oeteldonk, Mokum Kaf, een stad kan vele namen hebben. Sommige namen zijn bijnamen, namen die niet officieel gelden maar informeel worden gebruikt. Bijnamen kunnen behoorlijk ondoorzichtig zijn. Mokum Kaf, dat is bijvoorbeeld een naam die teruggaat op het Jiddisch, de taal van de Joodse gemeenschappen in Noord- en Midden-Europa. Jiddisch 'mokem' betekent stad en 'kaf' is de letter k/ch in het Hebreeuwse alfabet. Amsterdam wordt nog altijd Mokum henoemd, en heet eigenlijk Mokum Olf, naar 'alef', de letter a.Nieuwe wijken aan de rand van de stad werden vaak vernoemd naar hun afgelegen ligging; zo mocht de Vogelwijk (nu Orthenpoort) de naam Siberië dragen, in de volksmond de Sieb genoemd. Siberië stond zo model voor 'een plek ver weg'. Misschien is het zuidelijk stukje van Het Zand, Lombok, ook genoemd naar een afgelegen plek, maar het motief kan ook een ander zijn: het Nederlands-Indische eiland Lombok was bekend geworden vanwege een militaire strafexpeditie in 1894, die Nederland een flinke oorlogsbuit, de zogenaamde Lombokschat, opleverde. Dat heeft ertoe geleid dat men in meer dan honderdtwintig plaatsen in Nederland buurten, wijken, straten, eilanden en weilanden naar Lombok heeft vernoemd. Er schijnt zich trouwens werkelijk een aantal jonge Bossche mannen te hebben aangemeld om mee te vechten in Lombok. Bijnamen kennen we natuurlijk vooral van personen, zoals Ma Oetel, De Rul, of Janus Kiep(oog). Ook zulke bijnamen zijn niet altijd even makkelijk te verklaren. Van De Rul wordt gezegd, dat de ijsverkoper sigaren van minderwaardige tabak draaide, dat hij 'aan de rul' in plaats van 'aan de rol' zei, en dat hij zijn ijswagen vernoemd heeft naar een zekere Rulkens die hem krediet verleend had. WoordenNamen zijn woorden, en Bossche woorden zijn dialectwoorden. Maar wat is er nu puur Bosch? Het gemakkelijkst herkenbaar is een dialect aan zijn klanken en woorden. Klanken waarvan gezegd wordt dat de Bosschenaar daar aan herkend wordt, zijnde de e en de oo, bijvoorbeeld in spčknčk, om maar eens een van die sympathieke Bossche dialectwoorden te noemen. De e klinkt in dat woord zoals in het Engelse back, bijna als een a, dus bijna hoor je spaknak. Nee gek!, roept de Bosschenaar als je ongelijk hebt, je hoort nog net niet gak. In woorden als groot, rood en doos klinkt die oo in het Bosch heel anders dan in het Nederlands. De klinker zit in feite tussen de oo van oor en de ao van straot.Puur Bossche woorden zijn er voor ons gevoel natuurlijk zat, maar een woord bedenken dat uitsluitend Bosch genoemd mag worden, is erg lastig. Woorden behoren tot de woordenschat van Bossche dialect maar dan ook altijd wel tot andere dialecten. Sommige woorden vind je ook aan de Maaskant, of in Vlijmen en verder de Langstraat in, of in Rosmalen en verder naar het zuidoosten, of juist alleen in anders stadsdialecten. Tot slot noemen we maar eens een paar van die puur Bossche woorden: Ik heb 'nne koekerčl (drijftol) zien draoie op 't rčndje van de geut. Verrčkte koekwaus! Hij zit in d'n dalles (moeilijkheden). Wouteréleke, een jonge stadsmus, volgens het Bosch Woordenboek. Houdoe wor! | 55 |